Evaluatiekrant Kleuren/vormen/wegen:
Week 1:
We lezen het boekje over Elmer de gekleurde Olifant, daarna gaan we aan tafel zitten met de kinderen en lezen we het versje op over toveren:
Hocus pocus met wat franje,
Rood en geel wordt… oranje.
Hocus pocus met een zoen,
Blauw en geel wordt… groen.
Hocus pocus met wat raars,
Blauw en rood wordt… paars.
We laten de kinderen zien wat er gebeurd als we de verf echt mengen. Met deze verf gaan de kinderen Elmer verschillende kleurtjes geven, hierbij stimuleren we de grote kinderen om binnen de lijntjes te verven.
Week 2:
We hebben deze week verschillende vormen besproken. Op een wand in de groep hangen verschillende kleuren vierkanten, driehoeken en cirkels/rondjes. De 0-2 jarigen mochten de vormen en kleuren bekijken en voelen waarbij de leidsters de juiste kleur en vorm benoemden. De 2-4 jarigen gaven we opdrachtjes, zoals: “Waar is de rode driehoek? En “wijs je alle vierkanten aan?” Dat ging al heel goed. De grotere kinderen hielpen de kleinere kinderen ook heel goed de juiste kleur of vorm te vinden.
De andere activiteit was wat lastiger! De kleinere kinderen mochten oefenen met de vormenstoof. Welk blokje past in welk gaatje? De grotere kinderen mochten de moeilijkere spelletjes proberen, zoals het educo vormenspel (foto1) of peutra(foto2). Zo oefenen ze sorteren op kleur of vorm.
Foto 1
foto 2
Week 3: Om de beurt mogen we rollen ‘dobbelen’ met de grote gekleurde dobbelsteen. Welke kleur er boven eindigt benoemen we, daar hoort een opdrachtje bij zoals; in de handjes klappen, zwaaien of stampen met de voeten. Na een aantal rondjes hebben de kinderen onthouden wat te doen bij elke kleur. Knap hoor!
Het spelletje met de badeendjes doen we 1 op 1, ook van deze aandacht wordt ontzettend genoten. Op deze manier kunnen we ook goed horen wie de kleuren al kent en kan combineren. Want ze mogen alle eendjes op dezelfde kleur rondje zetten.
Week 4:
Jippie we gaan buiten stoepkrijten, niet zomaar stoepkrijten… nee we gaan verschillende vormen en verschillende kleuren tekenen op de stoep! Zo benoemen we de vormen en de kleuren en zijn de kinderen spelenderwijs bezig. Wauw we hadden allemaal kleine picasso’s in de tuin en aan het einde een mooi, groot, kleurrijk kunstwerk!
We gaan samen met alle kindjes in een kringetje op de grond zitten en zingen:
Vormpje leggen,
Niemand zeggen,
“Kukelekuu”, zo kraait de haan.
Twee paar schoenen heb ik aangedaan.
Eén van stof en één van leer,
Hier leg ik mijn vormpje neer.
Kijk voor je, kijk achter je,
Wie hem heeft die mag het zeggen!
De kinderen vonden het geweldig en genoten van het liedje/spel. Ook hebben we nog een spelletje aan tafel gedaan, waarbij de kinderen de juiste plaatjes bij de juiste kleuren moesten zoeken. Bij de kleintjes werden de plaatjes en kleuren benoemd en de dreumesen probeerden het na te zeggen! Al met al een hele leuke, leerzame week!
Week 5:
Is een olifant zwaar of is een olifant licht? En een muisje?
We pakken de weegschaal erbij en gaan kijken wat van onze spulletjes zwaar weegt en wat licht is.
We hebben kurken, schelpen, veren, bierdopjes, kaarsjes, een zakje zand en een zakje macaroni.
In de ene schaal van de weegschaal leggen we het zakje zand. We zien dat het schaaltje zakt en het lege schaaltje omhoog gaat staan.
Nu gaan we kijken wat er zwaarder is dan het zakje zand?
We leggen de veertjes en de bierdopjes op de andere schaal maar het schaaltje zakt niet.
Dan proberen we het zakje macaroni maar ook dat is niet zwaarder dan het zakje zand.
Dan mogen jullie iets in de groep gaan zoeken waarvan jullie denken dat zwaarder is dan het zakje zand……
Week 6:
Deze week zijn alle kinderen aan de beurt om op de weegschaal te mogen. Hé maar dat is leuk! Heel netjes gaat iedereen op de weegschaal staan en de kleine babytjes mogen samen met de leidster op de weegschaal. Dan gaan we ook nog even meten hoe groot iedereen is. Op de groeimeter staan allemaal diertjes van de ark van noach. We bekijken tot welk diertje iedereen komt en plakken met een cadeaulintje de lengte op de muur. Erboven hangt een foto van elk kindje, zo kunnen de kinderen zichzelf nog eens meten of kijken wie er het grootste is en wie het kleinste.