EET SMAKELIJK
Week 1:
Deze week gaan we verschillend fruit proeven. Vandaag hebben we kiwi op onze schaal liggen. We voelen aan de kiwi, snijden hem door en bekijken hoe de binnenkant eruit ziet. Welke kleur heeft de kiwi en wie wil eraan proeven. Door sommige wordt er voorzichtig afgetast met alleen de tong ertegenaan. Andere kindjes kennen het stuk fruit en smullen er heerlijk van. Iedereen proeft het, wat super knap!
’s Middags gaat het groentebord rond. De kindjes mogen de groente pakken die ze lekker vinden en in hun eigen kommetje doen. Even roeren en de zelfgemaakte groentesoep is klaar. Smakelijk eten!
Week 2:
Deze week mogen we ook weer van alles proeven citroen, basilicum, suiker, ketchup, avocado en pesto. De meeste kinderen doen enthousiast mee en er wordt goed geproefd maar een enkeling vindt het toch maar gek en wil niet proeven maar alleen maar kijken. Enthousiast roepen we mmm lekker of bah wat vies! Omdat we gegeten hebben hoort daar ook een afwasje bij om alles weer goed schoon te maken. We doen water in een wasbak en spuiten er wat afwasmiddel in zodat er een sopje ontstaat reuze interessant natuurlijk al dat schuim en die belletjes! Lekker soppen zodat alles weer goed schoon is en het vervolgens goed af drogen zodat het weer in de kast kan.
Wat een goede hulpjes zijn jullie!!
Week 3:
Onze kleine kokjes gaan vandaag zelf koekjes bakken. Welk vormpje wil je? Een Schildpad, zeester, vis, etc. we hebben van alles. We kneden het deeg, rollen er een balletje van en slaan er met onze vuistjes en handjes op. Tot het plat genoeg is om het vormpje erin te duwen. Samen leggen we de koekjes op de bakplaat en brengen ze naar de oven. S middags zijn de koekjes goed afgekoeld en klaar om te versieren. Wauw we hebben allerlei mooie disco-dip en snoepjes om te versieren. Zo’n mooie versierde zelfgebakken koek, smaakt dan het allerlekkerst!
In watten of in potgrond, de tuinkers zaadjes kunnen in allebei groeien. Elke dag zaaien we in beide bakjes om te zien waar ze het beste groeien. Natuurlijk moeten we ze ook water geven als we met onze vingers voelen dat het zand droog is. Eind van de week staan er in onze bakjes die we maandag en dinsdag gezaaid hebben al plantjes. We kijken en voelen eraan. En sommige durven het zelfs te ruiken of te proeven.
Week 4:
Weten jullie hoe appels groeien? Ja de meeste roepen aan de appelboom. We hebben foto’s van de bomen. Dat de appels geplukt worden en naar de winkel worden gebracht, waar wij ze weer kunnen kopen. Als we de appel doorsnijden zien we de pitjes. Daar kennen we een mooi liedje van, wat we samen zingen. Ook vinden de kinderen het liedje van de appel op de spoorwegbaan erg grappig. De appel wordt appelmoes, hihi
We oefenen met een tak met appels eraan hoe je ze kan plukken. Kun je erbij als je op de grond staat? Strek je arm maar uit. Misschien nog op je tenen staan of springen? En als het dan nog niet lukt pakken we er een krukje bij. Iedereen krijgt zijn eigen placemat met bordje en bestek erop. We hebben allerlei plaatjes met eten. Wat je lekker vind mag je op je bordje plakken. Sommige bordjes liggen helemaal vol, andere bordjes hebben een paar allerlekkerste dingen. Allemaal goed!
Week 5:
Geit is jarig! Dat staat in ons boek wat we voorlezen. De dieren in de stal hebben geen cadeautje voor geit. Maar wel allerlei eten, 1 emmer melk, 2 eieren, 3 appels en 4 wortels. Daar maken ze een lekkere maaltijd van voor geit. Bij ons fruit of groentebordje, mogen we een spiesje maken. Iedereen krijgt een prikker en mag kiezen wat ze eraan willen doen. Als de prikker vol is, mogen ze er lekker van smullen!
Week 6:
Hebben de kinderen het verhaal van vorige week onthouden? We hebben de spulletjes uit het verhaal om het boekje na te kunnen spelen. Wie heeft de melk, wie heeft de appels, wortels en eieren? We stoppen alles in de emmer voordat geit komt. Als afsluiting hebben we een gedekte tafel met de lunch. Wie kan er netjes van zijn bordje eten? En sommige kinderen kunnen misschien al zelf hun boterham smeren? Als het lukt hebben we een moois smeerdiploma liggen, die mag je mee naar huis nemen.