Regen
Het regent buiten. Daar valt veel aan te ontdekken! Hoe voelt regen? En wat hoor je als het regent? Hoe zien de regendruppels op de ruiten eruit en wat trek je aan als je in de regen naar buiten gaat?
Activiteiten
* Puk laat zijn paraplu aan de kinderen zien en de kinderen doen voor hoe Puk zijn paraplu buiten in de regen moet gebruiken.
* De kinderen laten elkaar hun regenjassen, laarzen en regenhoeden zien. En welke regenjas past Puk? Blijven de kinderen droog in de regen met hun regenkleren aan?
* De kinderen tikken met een stokje of hun vingers op tafel of op de grond. Het lijkt precies op het geluid van regendruppels.
* De baby’s voelen aan regendruppels en luisteren naar het tikkende geluid van de regen. Ze spelen met de bal en kijken naar bellen blazen.
* De kinderen stampen in de plassen en leren een regenliedje.
* De kinderen scheuren regendruppels van papier. Ze maken een kunstwerk met gekleurde druppels op papier en spelen met nat en droog zand.
Voorleesverhaal
Masja heeft nieuwe regenkleren en wil in de regen buiten spelen. Maar de zon schijnt. Hoe moet dat nu? Papa bedenkt een oplossing. Masja mag met haar regenkleren aan onder de douche.
Spelenderwijs ontwikkelen: Door het meedoen aan de spelactiviteiten van dit thema:
0-1,5 jaar:
* onderzoekt de baby water, zand en papier met zijn vingers.
* Luistert de baby naar het geluid van de regen en naar geluid van trommelende vingers en handen op tafel.
* Luistert de baby naar een regenliedje.
* Ervaart de baby het verschil tussen binnen en buiten.
1,5-2,5 jaar:
* Ervaart en herkent het kind wat voor weer het is.
* Leert het kind herkennen wat bij regenachtig weer past (zoals welke kleren je dan aantrekt)
* Doet het kind mee aan een spel in de groep waarbij hij de andere kinderen nadoet.
* Onderzoekt het kind al spelend de eigenschappen van water, zand en papier.
* Leert het kind de begrippen kennen, zoals ‘binnen’ en ‘buiten’, ‘droog’ en ‘nat’, ‘hard’ en ‘zacht’.
2,5-4 jaar:
* Vertelt het kind wat voor weer het is.
* Leert het kind benoemen wat bij regenachtig weer past. (zoals welke kleren je dan aantrekt).
* Doet het kind mee aan een spel in de groep en begrijpt de bedoeling van het spel.
* Onderzoekt het kind al spelend de eigenschappen van water, zand en papier en vertelt hij er iets over.
* Leert het kind verschillende begrippen gebruiken, zoals ‘binnen’ en ‘buiten’, ‘droog’ en ‘nat’, ‘hard en ‘zacht’.
Hoe kunt u aansluiten bij het thema?
Kijkje in de groep
1,5-2,5 jaar: Tijdens dit thema gaan de kinderen een kunstwerk maken met gekleurde druppels. Heb je het kunstwerk, dat jouw kind heeft gemaakt, al gezien?
2,5-4 jaar: Tijdens dit thema gaan de kinderen een kunstwerk maken met gekleurde druppels. Heb je het kunstwerk, dat jouw kind heeft gemaakt, al gezien?
Verzorgen
0-1,5 jaar: Tijdens het thema ‘regen’ spelen de kinderen in het kinderdagverblijf met water. Besteed hier thuis ook extra aandacht aan, bijvoorbeeld als jouw baby in bad gaat. Giet met een bakje of plastic flesje druppeltjes water op de arm of de hand van jouw baby. Kijk goed naar wat jouw baby leuk vindt en speel daarop in. Laat jouw baby, als hij groot genoeg is om te zitten, ook zelf met bakjes, flesjes en een gieter in bad spelen.
1,5-2,5 jaar: Doe in bad een regenbuitje na met een gietertje, een vergiet of de douche. Zing het liedje ‘het regent’. Durft jouw kind zijn hand in de regenbui te houden? En zijn neus of zijn hoofd? Durft jouw kind in de regenbui te staan? Stimuleer jouw kind, maar dwing hem nooit.
* Planten hebben regen nodig om te groeien. Maar als het niet regent, geven de mensen de planten water met een gieter. Laat jouw kind helpen om de planten water te geven.
2,5-4 jaar: Doe in bad een regenbuitje na met een gietertje, een vergiet of de douche. Zing het liedje ‘het regent’. Durft jouw kind zijn hand in de regenbui te houden? En zijn neus of zijn hoofd? Durft jouw kind in de regenbui te staan? Stimuleer jouw kind, maar dwing hem nooit.
Zingen
0-1,5 jaar: Zing het liedje ‘het regent’. Tik daarbij zachtjes met jouw vingers op het lichaamsdeel dat je noemt in het liedje. Kijk of jouw baby het leuk of prettig vindt wanneer je dat doet. Waaraan merk je wat jouw baby wel en niet leuk vindt?
1,5-2,5 jaar: Doe met behulp van het liedje ‘het regent’ een kietel spelletje met jouw kind. Doe met jouw vingers de vallende regendruppels na. Laat jouw kind aanwijzen of vertellen waar je de ‘regen’ moet laten vallen. Op zijn buik, nek, wang?
Samen praten
1,5-2,5 jaar: Praat met jouw kind over zijn regenkleren. Heeft jouw kind een jas met een capuchon of regenlaarzen? Of laat jouw kind ervaren hoe jullie onder de paraplu droog blijven, maar juist nat worden als je de paraplu inklapt.
* Kijk samen met jouw kind naar buiten. Wat zien jullie? Wat voor weer is het? Regent het? Schijnt de zon? En als jullie naar buiten gaan, is het koud of warm, nat of droog? Praat regelmatig met jouw kind over het weer. Zo wordt jouw kind zich bewust van zijn omgeving.
2,5-4 jaar: Vraag welke regenkleren jouw kind heeft. Heeft jouw kind een jas met een capuchon of regenlaarzen. Of vraag jouw kind wanneer jullie droog blijven. Met of zonder paraplu?
* Kijk samen met jouw kind naar buiten. Wat zien jullie? Wat voor weer is het? Regent het? Schijnt de zon? En als jullie naar buiten gaan, is het koud of warm, nat of droog? Stimuleer jouw kind om zoveel mogelijk zelf te vertellen wat voor weer het is. Door regelmatig met jouw kind over het weer te praten, wordt hij zich bewust van zijn omgeving.
Bewegen
0-1,5 jaar: Tijdens een activiteit van dit thema spelen de baby’s met de bal. Het is goed om activiteiten met de bal vaak te herhalen, zodat jouw baby steeds beter weet wat hij met een bal kan doen. Leg kleinere baby’s op hun buik om met de bal te spelen. Door baby’s veel op hun buik te laten spelen, krijgen ze een sterke rug en oefenen ze om zich op te richten. Rol de bal zachtjes naar jouw baby toe en kijk of hij de bal al pakt. Ook bij oudere baby’s, die al kunnen zitten, rol je de bal naar jouw baby toe. Stimuleer jouw baby om de bal terug te rollen. Dit zal hij nog niet gericht doen.
1,5-2,5 jaar: Tijdens een regenachtige periode speelt jouw kind misschien minder vaak buiten dan anders. Toch moet jouw kind zijn energie kwijt. Doe daarom binnen een activiteit waarbij jouw kind zich kan bewegen. Doe bijvoorbeeld samen een regendans op muziek. Of leg een groot kussen neer en spreek af dat het een regenplas is, waar jouw kind lekker in mag stampen en springen.
2,5-4 jaar: Tijdens een regenachtige periode speelt jouw kind misschien minder vaak buiten dan anders. Toch moet jouw kind zijn energie kwijt. Doe daarom binnen een activiteit waarbij jouw kind zich kan bewegen. Doe bijvoorbeeld samen een regendans op muziek. Of leg een groot kussen neer en spreek af dat het een regenplas is, waar jouw kind lekker in mag stampen en springen.
Spelen
2,5-4 jaar: Wanneer jouw kind bang is voor onweer, helpt het soms om het onweer na te spelen. Laat jouw kind met een zaklamp de lichtflitsen nadoen en met een pollepel op een pannendeksel slaan om de donder nat te doen.
Ontdekken
0-1,5 jaar: Voor jouw baby is alles nieuw. Maar stukje bij beetje leert hij wat er om hem heen te zien is. Eerst alleen de dingen die heel dichtbij zijn, zoals zijn eigen bedje, jouw schoot en de box. Maar hoe ouder jouw baby wordt, hoe meer hij van zijn omgeving wil zien. Loop met jouw baby op de arm rond en benoem wat jullie zien.
* Kijk samen met jouw baby naar buiten. Wat zien jullie? Regent het? Baby’s vinden druppels op de ruiten vaak heel interessant. Geef jouw baby de kans om naar de druppels te kijken.
* Maak een mobile door stukjes doorzichtig gekleurd plastic (bijvoorbeeld de wikkels van zuurtjes) en zilverpapier aan touwtjes te hangen. Zeker als het zonlicht erop valt, zal jouw baby er met veel plezier naar kijken.
* Zorg dat het stil is in de kamer en laat jouw baby de geluiden horen van bijvoorbeeld een tikkende klok of van de regen op de ruit.
1,5-2,5 jaar: Misschien vindt jouw kind water verven leuk. Op deze leeftijd gaat het er vooral om dat jouw kind ervaart wat er gebeurt als hij een kwastje eerst in het water en de verf doopt en daarna op het papier uitsmeert. Het plezier in het doen staat voorop.
* Zet samen met jouw kind een paar bakjes van verschillende grootte buiten in de regen. Kijk na een flinke bui hoeveel water er in de bakjes zit. Jouw kind zal het leuk vinden om met het water in de bakjes te spelen. Wanneer het te koud is, kan jouw kind natuurlijk ook binnen met water spelen, bijvoorbeeld in bad.
* Kinderen houden ervan om geluid te maken. Trommel eens met jouw vingers of handen op tafel en kijk of jouw kind gaat meedoen. Als dat het geval is, varieer dan in hard en zacht.
2,5-4 jaar: Misschien vindt jouw kind waterverven leuk. Op deze leeftijd gaat het er vooral om dat jouw kind ervaart wat er gebeurt als hij een kwastje eerst in het water en de verf doopt en daarna op het papier uitsmeert. Het plezier in het doen staat voorop. Is jouw peuter al wat ouder, vraag hem dan eens wat hij heeft geschilderd.
* Zet samen met jouw kind een paar bakjes van verschillende grootte buiten in de regen. Kijk na een flinke bui hoeveel water er in de bakjes zit. Laat jouw kind ontdekken dat niet alle bakjes even vol zijn. Als jouw kind met het water in de bakjes speelt, krijgt hij begrip van hoeveelheden en krijgen de begrippen ‘vol’, ‘leeg’, ‘meer’ en ‘minder’ betekenis voor jouw kind. Wanneer het te koud is, kan jouw kind natuurlijk ook in bad met water spelen.
* Kinderen houden ervan om geluid te maken. Doe het geluid van de regen na door met jullie vingers te trommelen. Trommel op verschillende oppervlakken, zoals op de tafel, op het raam, op de vloer en op de bank. Hoort jouw kind het verschil? En lukt het jouw kind ook om te variëren in hard en zacht?