Welkom, Puk!

In dit thema maken de kinderen kennis met puk. De kinderen vertellen
aan puk hoe ze heten en ze laten zien wat ze in het kinderdagverblijf
allemaal doen. Zoals spelen in de hoeken, aan tafel of buiten, voorlezen,
liedjes zingen in de kring, eten, slapen, naar de wc gaan en opruimen.

Activiteiten
* Samen met de kinderen ontdekt Puk het kinderdagverblijf. Wat doe je aan tafel en wat in de bouwhoek, de boekenhoek of de huishoek? Wat zit er achter de deur? Waar kun je buiten spelen en waar is de slaapkamer?
* De kinderen laten aan Puk zien waar het speelgoed staat en helpen mee om de groepsruimte gezellig te maken. Samen ruimen ze op en zingen daarbij een opruimliedje.
* Ze spelen in de huishoek, gooien proppen papier in de prullenbak en maken samen een kunstwerk voor aan de muur.
* De jongste kinderen geven Puk een schone luier en de oudste kinderen laten aan Puk zien hoe hij op de wc kan plassen.
* Puk raakt ook een keer zoek en alle kinderen helpen mee om Puk te vinden.

Voorleesverhaal
Tom wil zijn jas niet uittrekken, wanneer hij voor het eerst in het kindercentrum is.
De kinderen proberen van alles om hem op zijn gemak te stellen. Uiteindelijk geeft
Kofi hem een blauwe ballon om mee te spelen en dan trekt hij zijn jas uit.

Spelenderwijs ontwikkelen
Door het meedoen aan de spelactiviteiten van dit thema:
0-1,5 jaar:            leer je baby zijn eigen naam herkennen
0-1,5 jaar:            krijgt je baby volop de kans de groepsruimte en verschillende spelmaterialen te ontdekken
0-1,5 jaar:            leert je baby de vaste dagelijkse routines in het kdv kennen en weet hij wat er komen gaat.
1,5-2,5 jaar:         leert je kind de namen van de andere kinderen van de groep kennen
1,5-2,5 jaar:         weet je kind waar het speelgoed staat en waar in de groepsruimte of het kdv de
verschillende activiteiten plaatsvinden.
1,5-2,5 jaar:         weet je kind welke verschillende activiteiten hij/zij in het kdv kan doen en kent hij/zij de
dagelijks terugkerende routines.
2,5-4 jaar:            leert je kind de namen van de andere kinderen kennen en benoemen.
2,5-4 jaar:            weet je kind waar het speelgoed staat en waar de verschillende activiteiten plaatsvinden.
2,5-4 jaar:            kent je kind de weg in het kdv en kan hij/zij zelfstandig iets pakken en opruimen.
2,5-4 jaar:            weet je kind welke verschillende activiteiten hij in het kdv kan doen en kent hij/zij de
dagelijks terugkerende routines.

Hoe kunt u aansluiten bij het thema?

Kijkje in de groep
1,5-2,5 jaar:
*  In dit thema is er aandacht voor opruimen en het gezellig maken van de
groepsruimte. Zie je de groepsruimte veranderen? Kijk eens naar het kunstwerk dat
je kind alleen of samen met andere kinderen voor aan de muur heeft gemaakt.
* Hoe ziet de huishoek eruit? In een van de activiteiten mogen de kinderen zelf meehelpen met het inrichten van de huishoek. Misschien wil je kind iets van thuis meenemen om de huishoek gezellig te maken (een beeldje, plantje, schilderijtje). Laat je kind uit 2 of 3 spulletjes kiezen wat hij/zij het mooiste vindt. Door iets van thuis in het kdv neer te zetten, maak je het verschil tussen de wereld thuis en die in het kdv voor je kind minder groot.
2,5-4 jaar:
*  In dit thema is er aandacht voor opruimen en het gezellig maken van de  groepsruimte. Zie je de groepsruimte veranderen? Kijk eens of er een nieuw kunstwerk aan de muur hangt en vraag aan je kind wie dat kunstwerk heeft gemaakt.
* Hoe ziet de huishoek eruit? In een van de activiteiten mogen de kinderen zelf meehelpen met het inrichten van de huishoek. Misschien wil je kind iets van thuis meenemen om de huishoek gezellig te maken (een beeldje, plantje, schilderijtje). Laat je kind uit 2 of 3 spulletjes kiezen wat hij/zij het mooiste vindt. Door iets van thuis in het kdv neer te zetten, maak je het verschil tussen de wereld thuis en die in het kdv voor je kind minder groot.

Samen een klusje doen
0-1,5 jaar: Kan je baby al helpen om zijn speelgoed op te ruimen? Geef hem een complimentje of een dikke knuffel als het lukt. Zo stimuleer je het zelfvertrouwen en de zelfstandigheid van je baby.
1,5-2,5 jaar: Vraag je kind tijdens de gewone dagelijkse bezigheden thuis om iets voor je te pakken. Bijv. zijn schoenen als jullie naar buiten gaan, de boter als jullie brood smeren, zijn pyjama als hij/zij gaat slapen. Je kind vindt het vaak leuk om te helpen en voelt zich hierdoor al groot. Weet je kind waar hij de verschillende spullen kan vinden? Vertel je kind hoe knap je het vindt dat hij al zoveel kan.
2,5-4 jaar: Vraag je kind tijdens de gewone dagelijkse bezigheden thuis om iets voor je te pakken of op te ruimen. Laat hem/haar Bijv. zijn rode T-shirt pakken bij het aankleden, of laat hem/haar helpen de boodschappen op te ruimen. Prijs je kind voor zijn hulp. Geef je kind zo nodig aanwijzingen als:’Het rode T-shirt ligt boven op de stapel’. Of: ‘Jouw sokken zijn ook rood’. Wijs aan wat je bedoelt of gebruik gebaren. Hierdoor leert je kind de betekenis van woorden beter te begrijpen.

Bewegen
2,5-4 jaar: Maak een beweegspelletje van het opruimen. Laat je kind spullen van een afstandje in een doos, krat of mand gooien. Bijv. proppen papier in de prullenmand, of legoblokjes in de krat.

Samen praten
0-1,5 jaar:
*Noem je baby regelmatig bij zijn naam. Reageert hij/zij hier al op?
*Praat veel met je baby over wat jullie doen en zien. Het geeft je baby een veilig gevoel als je tegen hem/haar praat. Bijv. ‘Ik ga je jas aantrekken. Eerst je ene arm door de mouw. Dan de andere arm. Nu je jas nog dichtmaken. En klaar! Dat is lekker warm.’
*Let goed op waar je baby naar kijkt. Door te praten over datgene waar de interesse en aandacht van je baby naar uitgaat, krijgt wat je zegt ook betekenis voor je baby. Bijv. ‘wat zie je daar? Dat is Bente’
1,5-2,5 jaar:
* Kijk samen met je kind naar foto’s van jullie gezin of familie. Herkent hij de personen die op de foto’s staan?
* Bereid je kind voor als je hem/haar wilt meenemen, bijv. naar de winkel. Door je kind 5 of 10 min. voordat jullie weggaan te vertellen dat jullie naar de winkel gaan, weet je kind wat hij/zij moet verwachten. Dit geeft hem/haar houvast en zekerheid. Hierdoor maak je het voor je kind gemakkelijker om te stoppen met spelen en met je mee te gaan.
2,5-4 jaar:
* Kijk samen met je kind naar foto’s van jullie gezin of familie. Herkent hij/zij de personen die op de foto’s staan? Kan hij/zij de namen noemen?
* Bereid je kind voor als je hem/haar wilt meenemen, bijv. naar de winkel. Door je kind 5 of 10 min. voordat jullie weggaan te vertellen dat jullie naar de winkel gaan, weet je kind wat hij/zij moet verwachten. Dit geeft hem/haar houvast en zekerheid. Hierdoor maak je het voor je kind gemakkelijker om te stoppen met spelen en met je mee te gaan.

Zingen
0-1,5 jaar: Door een liedje te zingen bij de terugkomende bezigheden, zoals opruimen, aankleden of eten, leert je baby gemakkelijker herkennen wat er komen gaat. Zing tijdens het opruimen thuis het opruimliedje ‘Één, twee, drie, vier…’ met je baby. In de derde regel vul je in wat jullie opruimen. Baby’s genieten tijdens het zingen van het ritme en het bekende geluid van je stem. Daarbij leren ze allerlei nieuwe woorden.
1,5-2,5 jaar: Zing tijdens het opruimen thuis het opruimliedje ‘Één, twee, drie, vier…’ met je kind. In de derde regel vullen jullie in wat jullie opruimen. Laat je kind zoveel mogelijk zelf de woorden invullen. Welke woorden kent hij al?
2,5-4 jaar: Zing tijdens het opruimen thuis het opruimliedje ‘Één, twee, drie, vier…’ met je kind. In de derde regel vullen jullie in wat jullie opruimen. Laat je kind zoveel mogelijk zelf zingen en de woorden invullen. Maak ook eens expres een foutje. Merkt je kind de fout op?

Spelen
0-1,5 jaar: Speel een verstop spelletje met je baby. Verstop een speeltje onder een doekje. Zorg dat je baby ziet wat je doet. Gaat hij/zij zoeken waar het speeltje is? Zo niet, laat dan een klein stukje van het speeltje tevoorschijn komen. Reageer enthousiast als je baby het speeltje gevonden heeft. Bij oudere baby’s verstop jij je  achter een stoel of een deur. Kruipt of loopt je baby al naar je toe? Roep zijn naam om je baby te helpen om je te vinden. Laat je baby merken hoe gezellig je het vindt dat hij naar je toe komt.
1,5-2,5 jaar: Doe een verstop spelletje met je kind. Verstop een speeltje in de kamer en vraag je kind het te zoeken. Geef hem kleine aanwijzingen waar hij het speeltje kan vinden. Bijv. ‘kijk maar eens onder het kussen op de bank.’ Laat je kind het speeltje ook een keer voor jouw verstoppen.
2,5-4 jaar: Doe een verstop spelletje met je kind. Verstop een speeltje in de kamer en vraag je kind het te zoeken. Geef hem kleine aanwijzingen waar hij het speeltje kan vinden. Bijv. ‘kijk maar eens onder het kussen op de bank.’ Laat je kind het speeltje ook een keer voor jouw verstoppen.