Knuffels
Knuffels
Knuffels
De knuffels van de kinderen mogen mee naar het kinderdagverblijf. Hoe zien de knuffels eruit, hoe voelen ze aan? Hebben de knuffels ook een naam? Als Puk gaat slapen wil hij graag een van de knuffeltjes mee naar bed nemen. De kinderen stoppen Puk in en leggen een knuffeltje bij hem in bed. Welterusten Puk!
Activiteiten
* De kinderen knutselen met verschillende materialen. Ze voelen welke materialen
prettig en zacht aanvoelen en welke niet.
* De kinderen spelen met een zaklamp en ervaren het verschil tussen licht en donker.
* De kinderen spelen dat ze slapen en weer wakker worden door het geluid van de
wekker.
* In de ‘snoezelhoek’ of slaapkamerhoek kunnen de kinderen genieten en heerlijk tot
rust komen met een sfeerlichtje, een rustig muziekje en allerlei zachte dingen om
tegen weg te kruipen.
* Puk krijgt ruzie. Hij duwt een andere knuffel van zijn stoel! Gelukkig helpen de
kinderen Puk om het weer goed te maken.
* De kinderen doen samen met hun knuffels een knuffeldans.
* Aan het einde van het thema gaan alle knuffels weer mee naar huis en zwaaien de
kinderen de knuffels uit.
* De kinderen knuffelen met Puk en leren een knuffelversje.
Voorleesverhaal
Fati heeft een hele lieve knuffel. Hij heet Knuf. Als Fati naar de wc gaat, pakt Lies knuf. Ze wil zo graag even met hem spelen. Ze pulkt aan de neus van knuf. Floep, de neus laat los! Uit angst verstopt Lies knuf. Alle kinderen helpen met zoeken. Gelukkig wordt hij weer gevonden. Juf naait de neus van knuf weer vast.
Spelenderwijs ontwikkelen: Door het meedoen aan de spelactiviteiten van dit thema:
0-1,5 jaar: * onderzoekt je baby verschillende materialen door te voelen.
* Doet je baby verschillende ervaringen op zoals het kijken naar licht en luisteren naar muziek.
* Speelt je baby samen met een andere baby met hetzelfde speelgoed.
* Leert je baby de bedoeling van een verstopspelletje begrijpen.
* Gaat je baby vaste klanken en/of gebaren maken, bijv. om Puk of zijn knuffel te roepen of om dag te zeggen.
1,5-2,5 jaar: * Kan je kind iets vertellen over zijn eigen knuffel in losse woordjes of een kort zinnetje.
* Speelt je kind in een spel zijn slaapritueel na.
* Speelt je kind een verstopspelletje en leert daarbij de betekenis van woorden als ‘achter’, ‘voor’, ‘op’, ‘onder’.
* Onderzoekt je kind verschillende materialen door te voelen en ervaart of iets hard of zacht aanvoelt.
* Kan je kind aangeven welk materiaal hij wel of juist niet fijn vindt aanvoelen.
2,5-4 jaar: * Kan je kind iets vertellen over zijn eigen knuffel in een korte zin.
* Speelt je kind in een spel zijn slaapritueel na.
* Begrijpt je kind woorden als ‘achter’, ‘voor’, ‘op’, ‘onder’ en leert hij
deze woorden gebruiken in een verstopspelletje.
* Onderzoekt je kind verschillende materialen door te voelen en
ervaart of iets hard of zacht aanvoelt.
* Kan je kind aangeven welk materiaal hij wel of juist niet fijn
vindt aanvoelen.
Hoe kunt u aansluiten bij het thema?
Kijkje in de groep
0-1,5 jaar: In de groep is een slaapkamerhoek of ‘snoezelhoek’ te vinden. De baby’s kunnen hier heerlijk ontspannen op zachte kussens. Heb je er al een kijkje genomen?
1,5-2,5 jaar: Bij dit thema mogen de kinderen hun eigen knuffel meenemen. De knuffels blijven in de groep, dus geef een knuffel mee die je kind een tijdje kan missen. Als je jouw kind ’s morgens naar het kinderdagverblijf brengt, begroet dan samen zijn knuffel. Heeft de knuffel lekker geslapen?
* In de groep is een slaapkamerhoek of een ‘snoezelhoek’ te vinden. De kinderen kunnen hier heerlijk ontspannen op zachte kussens en spelen met zachte dingen. Heb je er al een kijkje genomen?
2,5-4 jaar: Bij dit thema mogen de kinderen hun eigen knuffel meenemen. De knuffels blijven in de groep, dus geef een knuffel mee die je kind een tijdje kan missen. Als je jouw kind ’s morgens naar het kinderdagverblijf brengt, begroet dan samen zijn knuffel. Heeft de knuffel lekker geslapen?
* In de groep is een slaapkamerhoek of een ‘snoezelhoek’ te vinden. De kinderen kunnen hier heerlijk ontspannen op zachte kussens en spelen met zachte dingen. Heb je er al een kijkje genomen?
Verzorgen
0-1,5 jaar: Doe tijdens het verschonen een knuffelspelletje door je baby telkens even op zijn buik te kriebelen als zijn blote buikje tevoorschijn komt. Door dit vaak te herhalen, weet je baby wat er komen gaat. Hij zal zijn buikje alvast optillen om te laten zien dat hij wil spelen.
* Wanneer je baby geen vaste knuffel heeft en moeite heeft met slapen in het kinderdagverblijf, kun je eens proberen om een knuffel van thuis mee te geven. Deze ruikt vertrouwd en helpt je baby in slaap te komen.
* Kinderen houden van vaste gewoontes. Het geeft houvast en zekerheid als ze die herkennen. Laat het slapen gaan altijd op dezelfde manier verlopen. Bijv. Pyjama aan, in bed nog een liedje, een kusje en dan slapen.
1,5-2,5 jaar: Als bij je kind het afscheid nemen ineens wat moeilijker gaat, kan het helpen om iets vertrouwds van huis mee te nemen, bijv. een favoriet knuffeltje.
* Kinderen houden van vaste gewoontes. Het geeft houvast en zekerheid als het steeds op dezelfde manier gaat. Laat het slapen gaan volgens een vast ritueel verlopen. Bijv. pyjama aan, in bed nog samen een liedje zingen, een kus en dan slapen. Houd hieraan vast, ook al probeert je kind je te verleiden tot nog een liedje of nog een kusje.
2,5-4 jaar: Als bij je kind het afscheid nemen ineens wat moeilijker gaat, kan het helpen om iets vertrouwds van huis mee te nemen, bijv. een favoriet knuffeltje.
* Kinderen houden van vaste gewoontes. Het geeft houvast en zekerheid als het steeds op dezelfde manier gaat. Laat het slapen gaan volgens een vast ritueel verlopen. Bijv. pyjama aan, in bed nog samen een liedje zingen, een kus en dan slapen. Houd hieraan vast, ook al probeert je kind je te verleiden tot nog een liedje of nog een kusje.
Samen een klusje doen
0-1,5 jaar: Wanneer je bezig bent om de was op te vouwen, laat je baby voelen aan de verschillende stoffen. Een broek van ribfluweel, een wollen trui of een handdoek van badstof. Ook aan een washandje kan je baby van alles ontdekken. Bijv. onderzoeken hoe het voelt en zijn hand erin en eruit doen.
1,5-2,5 jaar: Ook tijdens het stoffen en stofzuigen kun je een spelletje doen. Neem een knuffel en doe net alsof de knuffel steeds wegloopt om zich te verstoppen. Vraag je kind of hij de knuffel kan vinden. Ook tijdens andere karweitjes kun je dit spelletje inzetten. Bij het opvouwen van de was verstop je de knuffel in de wasmand of bij het koken in een keukenkastje.
2,5-4 jaar: Ook tijdens het stoffen en stofzuigen kun je een spelletje doen. Neem een knuffel en doe net alsof de knuffel steeds wegloopt om zich te verstoppen. Vraag je kind of hij de knuffel kan vinden. Ook tijdens andere karweitjes kun je dit spelletje inzetten. Bij het opvouwen van de was verstop je de knuffel in de wasmand of bij het koken in een keukenkastje.
Samen praten
0-1,5 jaar: Praat met je baby over wat jullie doen, zien en ervaren. Vertel bij een knuffelspelletje bijv. ‘moet je lachen? Dat vind je leuk, hè, als ik op je buikje kriebel.’ Je baby begrijpt misschien nog niet alles wat je zegt, maar hij begrijpt al goed dat je ziet wat hij leuk vindt.
Bewegen
1,5-2,5 jaar: Jonge kinderen hebben veel energie en bewegen graag. Soms zijn kinderen echter zo druk dat ze moeilijk weer tot rust kunnen komen. Wissel actieve en rustige momenten met elkaar af. Dans samen op vrolijke muziek en herstel daarna de rust door een kalm muziekje op te zetten. Neem je kind op schoot en rust samen even lekker uit.
2,5-4 jaar: Jonge kinderen hebben veel energie en bewegen graag. Soms zijn kinderen echter zo druk dat ze moeilijk weer tot rust kunnen komen. Wissel actieve en rustige momenten met elkaar af. Dans samen op vrolijke muziek en herstel daarna de rust door een kalm muziekje op te zetten. Neem je kind op schoot en rust samen even lekker uit.
Spelen
0-1,5 jaar: Verstop de knuffel van je baby onder een handdoek. Zorg dat je baby ziet wat je doet. Vertel wat er gebeurt: ‘Beer is weg. Waar is beer nou?’ Zoek de knuffel samen met je baby en help hem als dat nodig is. Zo’n spelletje is alleen leuk als je baby er ook zin in heeft. Lukt het niet? Probeer het dan later nog eens.
1,5-2,5 jaar: Kinderen spelen vaak de gewone dagelijkse dingen na, zoals eten en slapen. Maak van een schoenendoos een bedje voor een knuffel. Leg er een kussentje in als matras en gebruik een theedoek als dekentje. Speel samen met je kind dat de knuffel gaat slapen. Breng je kind zijn knuffel op dezelfde manier naar bed als je jouw kind naar bed brengt.
2,5-4 jaar: Kinderen spelen vaak de gewone dagelijkse dingen na, zoals eten en slapen. Maak van een schoenendoos een bedje voor een knuffel. Leg er een kussentje in als matras en gebruik een theedoek als dekentje. Speel samen met je kind dat de knuffel gaat slapen. Breng je kind zijn knuffel op dezelfde manier naar bed als je jouw kind naar bed brengt.
Ontdekken
0-1,5 jaar: Bind een paar sterke wollen draden, een leren veter, een schoenveter en strookjes stof in het midden stevig bij elkaar, zodat een soort kwast ontstaat. Zo maak je een speeltje waarmee je baby kan spelen.
* Kijk samen met je baby in een boekje. Wanneer je baby nog niet naar de plaatjes kijkt, wil hij misschien wel met het boekje spelen. Voor jonge baby’s zijn er zachte boekjes van stof. In sommige stoffen boekjes zit materiaal tussen de bladzijden dat een knisperend geluid maakt (knisperboekjes). Baby’s vinden dat vaak erg leuk.
* Je kunt ook zelf een voelboekje maken. Plak op vouwblaadjes bijv. schuurpapier, zachte stof, een stuk van een plastic tas en het bobbelige papier dat om een rol beschuit zit. Niet de blaadjes aan elkaar tot een boekje.
1,5-2,5 jaar: Stop een paar verschillende voorwerpen onder een doek. Bijv. een blok, een spons, een knuffeltje en een plastic beker. Vraag je kind of hij zonder te kijken een van de voorwerpen onder de doek vandaan kan halen. Reageer enthousiast als het lukt. Maak het moeilijker door je kind te vragen wat hij onder de doek voelt.
* Lees samen eens een voelboekje. Praat samen met je kind over wat jullie voelen. Is het glad, zacht of ruw? Voelboekjes kun je in de bibliotheek vinden, maar je kunt ook samen met je kind een voelboekje maken. Plak op vouwblaadjes bijv. schuurpapier, zachte stof, een stuk van een plastic tas en het bobbelige papier dat om een rol beschuit zit. Niet de blaadjes aan elkaar tot een boekje.
2,5-4 jaar: Stop een paar verschillende voorwerpen onder een doek. Bijv. een blok, een spons, een knuffeltje en een plastic beker. Vraag je kind of hij zonder te kijken een van de voorwerpen onder de doek vandaan kan halen. Reageer enthousiast als het lukt. Maak het moeilijker door je kind te vragen wat hij onder de doek voelt.
* Lees samen eens een voelboekje. Praat samen met je kind over wat jullie voelen. Is het glad, zacht of ruw? Voelboekjes kun je in de bibliotheek vinden, maar je kunt ook samen met je kind een voelboekje maken. Plak op vouwblaadjes bijv. schuurpapier, zachte stof, een stuk van een plastic tas en het bobbelige papier dat om een rol beschuit zit. Niet de blaadjes aan elkaar tot een boekje.
